GEBEDSDIENST
DONDERDAG 05 januari 2023
De joodse wortels van het christendom
“Toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God ons zijn Zoon, geboren uit een vrouw … opdat wij zijn kinderen zouden worden ” (Gal 4:4-5). Wil God zijn volk bezoeken, dan dient zijn volk en de hele mensheid klaar te zijn om Hem te ontvangen. De incarnatie zou niet op eender welk moment mogelijk zijn geweest. De Bijbel hecht terecht groot belang aan de notie van tijd, van kairos, voor de komst van de Verlosser…
De Joden hadden het Hebreeuwse woord Shekinah gekozen om de aanwezigheid van God in de Tempel aan te geven. Het evangelie van Johannes toont de vervulling van deze term in het Griekse werkwoord eskênosen (“hij heeft zijn tent onder ons opgeslagen”). De klank-associatie tussen deze twee termen is opvallend. Toen de Heer in de wereld kwam, wist Hij dat Hij zou lijden en sterven door toedoen van mensen. De aankondiging van zijn Passie was voorspeld door de profeten. Maar de komst van de Messias was een uniek en verrassend gebeuren. De oudste liturgie stelt deze interventie in het licht van Israëls herinnering en de continuïteit van Gods plan. God is trouw aan zijn beloften. De aankondiging van het heil wordt eerst gedaan aan het volk van de belofte. God treedt de mensengeschiedenis binnen om zijn eigen leven aan hen mee te delen.
De incarnatie geeft niet aan God een zoon, maar openbaart aan de wereld de eeuwige Zoon. Ze laat ons in God een leven van relatie zien, een mededeling van leven. Het doel van God is om aan gelovigen de mogelijkheid te bieden zijn eigen mysterie binnen te gaan. De gave van de Zoon aan de wereld brengt ons in het hart van Gods leven.
Uit “De menswording”
door Frédéric MANNS- 2006, p.37-38
Voorbeden
(en aan te passen aan de plaats)
A. Amen, amen, gezegend de God van Israël!
Of een ander refrein.
1 / altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
u die rouwde om het geweld tussen Kaïn en Abel,
we bidden voor vrede in het Heilige Land,
het land dat Gij hebt uitverkoren om ons te vervoegen in ons mens-zijn.
2. altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
U die verzoening tussen Jozef en zijn broers mogelijk maakte:
voor alle minachting ten aanzien van uw volk Israël, vergeef ons.
(stilte)
We bidden U, Vader, dat broederlijkheid mag groeien
tussen het Joodse volk en de volkeren.
3. altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
u die Israël uit Egypte hebt geleid en bevrijd,
geef uw vreugde aan het Joodse volk
en bewaar hun trouw aan uw verbond.
4. altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
U die de twaalf stammen van Israël verenigde rond de Thora,
geef vrede aan de Joodse mensen die in Jezus geloven.
5. altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
U die uw Zoon Jezus stuurde om ons te redden,
Laat uw zegen rusten over de christenen van joodse afkomst.
6. altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
Vader van Jezus Christus,
breng in eenheid alle christelijke kerken samen.
7. altijd liefhebbende Vader, God van Abraham, Izaäk en Jacob,
U gaf het Joodse volk de belofte van de komst van de Messias,
U gaf de kerk de verwachting van de terugkeer van uw Zoon.
In de heilige Geest zeggen we tesamen met de hele Kerk:
“Maranatha, kom o Heer! “